Op 1 mei 1940 werden
het 1e en het 2e peloton 2 E. Paw ingedeeld bij het 1e
Regiment Huzaren (1 R.H.) en het 3e en 4e peloton bij het
4 Regiment Huzaren (4 R.H.) en ingezet bij de verdediging
van de Grebbelinie (*). De regimenten hadden tot taak de opmars
van een door de IJssellinie gedrongen vijand te
vertragen. Dit moest voornamelijk gedaan worden door het
uitvoeren van vernielingen op diens marsweg. Direct
gevecht diende zoveel mogelijk vermeden te worden. Na
uitvoering van deze taak moest men zich zo volledig
mogelijk achter de linie terugtrekken.
Kader
2e Eskadron Pantserwagens mei 1940
|
ritmeester |
J.
L. Bruinier
Eskadronscommandant |
1e
luitenant |
H.
Meijer
commandant 3e peloton |
res. 2e luitenant |
Jhr. W.F. Clifford Kocq
van Breugel commandant 2e peloton
|
|
A. A.
Moolenburgh
commandant 4e peloton |
adjudant-onderofficier-instructeur |
A.H. van der Vliet
commandant 1e peloton |
opperwachtmeester-administrateur |
J.
H. Geesink |
wachtmeester
1e klasse |
J.
H. Nieskens |
wachtmeester |
J.J.
Addink |
|
W.J.
van den Hoek |
|
M.
van der Merwe |
|
C.J.
v.d. Plas |
|
J.
Post |
|
J.
Smit |
|
H.C.
Vincent |
|
H.P.
de Vriend |
|
D.
de Wit |
dpl.
wachtmeester |
A.
de Graauw |
|
J.H.
de Groot |
|
J.
Metselaar |
|
? |
Op 7 mei waren alle
verloven ingetroken. In de vroege morgen van 10 mei
werden 3 en 4-2 E. Paw naar Ede gestuurd en
onder bevel van de commandant 4 RH gesteld.

Opstelling van de vier
pelotons van het 2e Eskadron Pantserwagens bij Ede en
Apeldoorn op 10 mei rond 05.00 uur.
10-14
mei: 1 en 2 -2 E. Paw.
De commandogroep met ritmeester Bruinier was in
de morgen van 10 mei opgesteld bij de commandpost van
C.-1 R.H. te Voorthuizen. Met de commandopantserwagen werd de weg
naar Apeldoorn afgesloten. Beide pelotons waren opgesteld
bij de bruggen over het Apeldoorns Kanaal. Na het
opblazen van de bruggen moesten de pelotons zich op de 2e
lijn terugtrekken en daarbij versperringen uitvoeren
zoals het met explosieven vellen van bomen over de weg.
Kort na 06.00 uur werden de bruggen vernield. 1-2 E. Paw
trok zich terug op Kootwijkerbroek via de weg naar
Amersfoort - Apeldoorn en sloot aan bij 4-1 R.H. 2-2 E.
Paw. sloot zich via Vassen en Uddel in Garderen aan bij
1-1 R.H. Om 11.30 uur bevond 1-2 E. Paw. zich te Barneveld en 2-2 E. Paw..had zich opgesteld
ten noorden van Voorthuizen (3e lijn). In de late avond
werd teruggetrokken op de laatste lijn - de Grebbelinie:
1-2 E. Paw. aan de grote weg ten zuidwesten van Nijkerk
en 2-2 E. Paw. ten zuidwesten van Nijkerkerveen. De wegen
richting Amersfoort moesten afgesloten worden.
In de morgen van 11 mei kregen de pelotons
opdracht tot verkenningen naar de IJssel en ter
ondersteuning van de terugtrekkende IJsselbataljons: 1-2
E. Paw. via Nijkerk en Harderwijk en 2-2 E. Paw. via
Uddel en Vaasen tot voorbij Apeldoorn. 1-2 E. Paw.
bereikte de IJssel, waar de bruggen waren vernield en aan
Nederlandse zijde geen vijand waargenomen werd. 2-2 E.
Paw. bereikte het Apeldoorns kanaal. Tegen de middag kwam
het bevel van de opperbevelhebber dat alle pantserwagens
zich naar Den Haag moesten begeven. Ritmeester Bruinier
marcheerde met commandogroep en 2-2 E. Paw. inderdaad
naar Den Haag. Maar 1-2 E. Paw. bleef achter onder
commando van 1 R. H. en werd ingezet ter verkenning van
de Veluwe. In de late middag stootte men bij Voorthuizen
op de vijand. De Duitse weerstand werd gebroken, waarna
men zich terugtrok op Vinkenhoef ter afsluiting van de
wegen. Een pantserwagen kwam danig gehavend uit de strijd
en werd ter reparatie achter de linie teruggetrokken.
In de loop van de morgen van 12 mei moest 1-2 E. Paw.
gaan verkennen in oostelijke richting. Rond de middag
werden Duitse pantservoertuigen gezien bij Zwartebroek.
In de namiddag bleek Barneveld al door de Duitsers te
zijn bezet. 's Avonds werden 1 R. H en 1-2 E. Paw.
bijeengebracht in de Dumoulinkazerne in Soesterberg.
Op 13 mei rukte 1-2 E. Paw. op om in de omgeving van
Amersfoort naar Duitse parachutisten te zoeken. Deze
meldingen bleken onjuist. 's Avonds trok het peloton via
De Bilt en Utrecht naar Haarzuilens. Het pantserwagenpersoneel werd in
bijgebouwen van Kasteel De Haar ondergebracht.
10
en 11 mei: 3 en 4-2 E. Paw.
In de vroege morgen van 10 mei had 3-2 E. Paw.
stelling genomen bij de 'Driesprong' om de wegen richting
Hoenderloo/Otterloo af te sluiten. 4-2 E. Paw. was langs
de westelijke rand van de Ginkelse heide opgesteld. Dit
was een achterwaartse stelling waar de pantserwagens als
pantserafweergeschut zouden kunnen optreden. Voor deze
taak waren ze in feite niet bestemd.
3-2 E. Paw. kreeg omstreeks 15.00 uur bevel stelling te
nemen op de weg Ede-De Klomp om daarna de commandopost
van C.- 1 R. H. bij de Langenberg te beschermen tegen
Duitse pantservoertuigen. Deze post bleek echter al
verlaten en men trok terug tot achter de Nederlandse
versperringen. Rond 21.00 uur werd Leersum bereikt en in legering gegaan bij
Kasteel Broekhuizen.
4-2 E. Paw. heeft tot 20.00 uur de patrouilles voorgezet
en vervolgens in Ede een nachtopstelling gezocht, waar
men hoorde van de eerdere terugtocht. 's Nachts werden
zij beschoten en probeerde men vervolgens De Klomp te
bereiken. Pantserwagen 19 reed zich vast en werd
achtergelaten. De bemanning ging over op wagen 23.
 |
Foto van pantserwagen 19 van
4-2 E. Paw. van begin mei 1940. De oranje
driehoek met zwarte rand is hier duidelijk
herkenbaar. Op 10 mei werd deze tijdens de
terugtocht op De Klomp achtergelaten. |
Wagen 20 reed nog eens terug naar Ede om
achtergebleven personeel op te halen. In de morgen van 11
mei werd het peloton door eigen troepen door de linies
bij De Klomp geholpen. Tegen de middag trof men 3-2 E.
Paw. aan in Leersum. Diezelfde middag volgde het bevel
voor beide pelotons zich naar het Algemeen Hoofdkwartier
in Den
Haag te begeven, waar
2-2 E. Paw. zich al bevond.
11
mei: acties in Den Haag en in de omgeving van Valkenburg
(ZH)
Rond Den Haag was een uiterst gespannen en
onrustige situatie ontstaan door de vermeende
aanwezigheid van Duitse parachutisten en 'vijfde colonne'
in de stad. Het eskadron moest het Algemeen Hoofdkwartier
aan de Lange Voorhout beveiligen en stond onder direct
bevel van de opperbevelhebber van Land - en Zeemacht,
generaal Winkelman. Het personeel en de
eskadronscommandopost werden ondergebracht in de Pulchri
Studio.
Op 11 mei werden diverse patrouilles en opdrachten
uitgevoerd. Pantserwagen 24 van 3-2 E. Paw. werd ter
beschikking gesteld van een bataljon infanterie dat
vanuit de Haagse Schouw richting het door
luchtlandingstroepen bezette Valkenburg Z.H. oprukte. 4-2
E. Paw. begaf zich naar de Laan van Nieuw Oost-Indië. De
wagens 16 en 18 van 2-2 E. Paw. wilden zich ter
versterking bij hen aansluiten, maar dit bleek niet nodig,
want er waren al twee pantserwagens M39 van het Depot
Eskadron aanwezig. Vervolgens gingen zij op eigen
initiatief ter ondersteuning van wagen 24 naar
Valkenburg. De actie bij Valkenburg bestond uit het vaststellen van vijandige
posities en het beschieten van boerderijen en stellingen
waar de vijanden werd vermoed. Om 8.00 uur op 12 mei
werden ze terugbevolen naar Den Haag.
12
mei: actie bij Wateringen
Om 6.00 uur 's morgens op 12 mei werden twee
pantserwagens naar Wateringen gestuurd ter verkenning en ter
ondersteuning van de daar aanwezige compagnie infanterie.
Bij het doorstoten naar Kwintsheul werd contact gemaakt
met Duitse achterhoede. De voorste pantserwagen (17) werd
getroffen door een projectie uit een Duits antitankgeweer
en commandant en richter raakten gewond. Om 8.30 uur
waren ze terug in Den Haag.
12
mei: actie rond Rotterdam en aanval op Overschie
2-2 E. Paw kreeg opdracht met o.a. drie
pantserwagens en één pantserwagen van 3-2 E. Paw.
enkele officieren van Den Haag naar Rotterdam te begeleiden. Men arriveerde
daar rond 11.30 uur. Vervolgens kreeg 1e luitenant Jhr.
Clifford Kocq van Breugel als commandant van het 2e
peloton 2 E. Paw. bevel Overschie en de grote weg Rotterdam - Delft te
verkennen. Wagen 18 (2e peloton) en 24 (3e peloton)
werden achtergelaten bij de opgehaalde brug in de weg
Rotterdam-Delft. Met wagen 16 voerde hij zelf
verkenningen uit. Om 14.00 uur meldde hij vanuit Delft
dat Overschie slechts zwak bezet was door de vijand.
Vervolgens kreeg hij opdracht zich ter beschikking te
stellen van de commandant van het Regiment Grenadiers.
Zij zouden samen met andere detachementen infanterie een
aanval op Overschie uitvoeren vanuit Delft. Wagen 24
kreeg 's middags opdracht om over Hilligersberg en de
Kleiweg een verkenning naar Overschie uit te voeren. Na
een kort vuurgevecht keerde het terug naar Rotterdam.
Op 13 mei rond 4.00 uur kreeg pantserwagen 16 met 1e
luitenant Jhr. Clifford Kocq van Breugel bevel de weg van
Delft naar Rotterdam te versperren tegen
pantservoertuigen. Na voltooing van de barricades trok
men terug op Delft. Rond 9.00 begon de opmars opnieuw,
waarbij pantserwagen 2203 defect raakte en terugkeerde
naar Delft voor reparatie. Kort na de hervatting van de
opmars vond het bombardement op Rotterdam plaats.
Pantserwagen 2203 was inmiddels weer hersteld en samen
met wagen 16 rukten ze op richting barricades. Wagen 2203
opende het vuur op de vijand. De chauffeur van wagen 16
raakte licht gewond. 's Middags deden geruchten over
capitulatie de ronde en werd teruggetrokken op Delft.
13
mei: aanval op de Maasbruggen
's Morgens vond de Nederlandse aanval plaats
waarbij de Duitse luchtlandingstroepen op en rond de
Maasbruggen verdreven moesten worden. Deze aanval werd
uitgevoerd door het Korps Mariniers, versterkt met de
pantserwagens 18 en 24. Bij de gevechten raakten de
chauffeur en de schutter van één pantserwagen gewond.
Beide pantserwagens namen Duitse doelen op het
Noordereiland onder vuur, maar de aanval had niet het
gewenste succes en werd afgebroken. Pantserwagen 18 werd
in de late middag nog ingezet bij een aanval vanuit
Rotterdam op Overschie. De aanval werd gestuit en bij het
achteruitrijden van de pantserwagen werden per ongeluk
een in dekking gegane mitrailleurgroep en een te hulp
gesnelde officier overreden. De aanval werd afgebroken en
men keerde terug naar Rotterdam.
13
mei: vertrek Wilhelmina
Hoewel zeer tegen haar wens had koningin
Wilhelmina op dringend advies van generaal Winkelman
besloten Den Haag te verlaten. Ze wilde van Hoek van
Holland naar Zeeland varen en daar de strijd voortzetten.
's Morgensvroeg verkenden o.a. pantserwagens van het 2 E.
Paw. de weg van Den Haag naar Hoek van Holland en
aanwezige versperringen werden opgeruimd. Terug in Den
Haag escorteerden zij samen met een detachement
Politietroepen de koningin en haar gevolg van paleis
Noordeinde naar Hoek van Holland. Aan boord van de
torpedojager HMS Hereward werd geen koers gezet naar
Zeeland maar naar Engeland.
12-14
mei: actie in Utrecht
4-2 E. Paw. had op 12 mei in Wassenaar
gepatrouilleerd maar kreeg vervolgens bevel om met o.a.
twee pantserwagens naar Utrecht te gaan om orde en rust
te handhaven. Bij aankomst bleek het (weer) rustig. Zij
bleven daar tot 14 mei waar ze 's avonds hoorden van de
capitulatie.
14
mei: Nederlandse capitulatie
Na de capitulatie was 2 E. Paw verspreid:
- 2-2 E. Paw. (minus 2 pantserwagens) in Den Haag
- 3-2 E. Paw. (minus 1 pantserwagen) in Den Haag
- 1-2 E. Paw. in Haarzuilen
- 4-2 E. Paw. in Utrecht
- 1 wagen 2-2 E. Paw. en 1 wagen 3-2 E. Paw. in Rotterdam
- 1 wagen 2-2 E. Paw. in Delft.
 |
 |
De deels onklaar gemaakte
pantserwagens op het Nenijto complex in
Rotterdam. De mitrailleurs voor en achter zijn
inclusief pantsermantel gedemonteerd. De wagens
zijn waarschijnlijk met de hulprupsen om de
achterwielen in het rulle gedeelte van het
terrein vastgereden. |
De twee Rotterdamse pantserwagens begaven
zich naar het Nenijto-complex en werden deels onklaar
gemaakt. Het personeel werd door de Duitse troepen
krijgsgevangen gemaakt en in een kerk op het
Stieltjensplein opgesloten. Het Eskadron werd op de
Willem de Zwijgerkazerne te Wezep bijeengebracht en
gedemobiliseerd.
24
juni en 15 juli 1940: ontbinding
De formele ontbinding van het Eskadron
Pantserwagens vond plaats op 24 juni 1940. Het toen nog
aanwezige personeel werd gelegerd in de Koning Willem
III-kazerne in Apeldoorn, totdat de Nederlandse
krijgsmacht op 15 juli geheel werd opgeheven op bevel van
de Duitse autoriteiten.
<<
Geschiedenis - Het Eskadron Pantserwagens (1)
of
Geschiedenis
- M38 pantserwagen na mei 1940 (3) >>
(*) De hier aanwezige informatie
over het 2e Eskadron Pantserwagens is een beknopte
samenvatting van het boek 'Eskadron Pantserwagens
1936-1940', samengesteld door Drs. J. A. Bom, 1986.
Uitgegeven ter gelegenheid van de 50-jarige herdenking
van de oprichting 1 E. Paw., 1 april 1936 - 1 april 1986.
|