Het Nederlandse leger besloot in december 1934 tot de
aanschaf van moderne pantserwagens, die in een
verkennende en beveiligende rol konden worden ingezet (*). De eerste 12 pantserwagens, de Landsverk
L181 of M36 pantserwagen, werden in 1936 afgeleverd .
Landsverk L181 of M36 Pantserwagen,
ingezet bij het 1e Eskadron Pantserwagens. |
Landsverk L180
of M38 Pantserwagen,
ingezet bij het 2e Eskadron Pantserwagens. |
DAF M39
pantserwagen, ingezet bij het Depot Eskadron
Pantserwagens |
De commandant
veldleger, luitenant-generaal Jhr. W. Roëll wilde de
nieuwe pantserwagens bij voorkeur indelen bij het Korps
Rijdende Artillerie vanwege de daar al opgedane
ervaringen met pantservoertuigen. Maar op 14 september
1935 werd besloten dat het Wapen der Cavalerie zou worden
uitgebreid met een Eskadron Pantserwagens. Dit eskadron werd op 1 april 1936
opgericht.
(1e)
Eskadron Pantserwagens
1 april 1936: Oprichting van het Eskadron
Pantserwagens 'Nadat
de nieuw benoemde Commandant Ritmeester H.
Wilbrenninck, om 7.00 uur met een korte toespraak
tot het personeel de oprichting van het Eskadron
heeft herdacht, marcheert het Eskadron af naar
het nieuwe Garnizoen. Marschweg: Hembrug -
Amsterdam - Naarden - Soestdijk - Utrecht -
Vianen - Culemborg - Hedel 's - Hertogenbosch.
Tegenover het Paleis van wijlen H.M. de
Koningin-Moeder werd het Eskadron opgewacht door
een Detachement van het Ie Regiment Huzaren,
waarbij de Regiments-Commandant,
Luitenant-Kolonel K.G. van der Mandele, met zijn
Staf en het Muziekkorps van het Regiment, ter
begroeting van het nieuw-opgerichte onderdeel van
het Wapen. Na een korte toespraak van beide
Commandanten vervolgt het Eskadron zijn marsch.
Op den marschweg bij het Fort Everdingen in de
nabijheid van Culemborg reikt de Commandant de
bronzen Gedenkpenning (Een der gedenkpenningen
bevindt zich bij de oirkonde ingemetseld in de
fundamenten van het Pantserwagengebouw te Vught)
geslagen ter herdenking van de oprichting van het
Eskadron uit aan al het op dat oogenblik tot
Eskadron behoorende Personeel.
Bij
het overschrijden van de grens van de Provincie
Noord-Brabant te Hedel, wordt het Eskadron welkom
geheeten door den Garnizoens Commandant van
's-Hertogenbosch den Luitenant-Kolonel H.F.M.
Baron van Voorst tot Voorst. Voordat het Eskadron
's-Hertogenbosch binnenrijdt wordt in het dorp
Orthen gedefileerd voor den Inspecteur der
Cavalerie, tevens C.-Lt.B. de Generaal-Majoor
H.A.C. Fabius. Langs een omweg wordt de markt
bereikt, waar op het bordes van het Gemeentehuis
zich verzameld hadden Burgemeester van Lanschot
en vele Burger- en Militaire autoriteiten van
deze stad. Generaal-Majoor H.A.C. Fabius
verrichtte de installatieplechtigheid, welke
vergezeld ging van een korte, kernachtige
toespraak. De installatie werd gevolgd door een
welkomstrede van den Burgemeester, waarna
Ritmeester H. Wilbrenninck dankte voor de
hartelijke ontvangst.
Tot besluit van deze plechtigheid recipieerde
vervolgens het Gemeentebestuur de autoriteiten,
Officieren en hunne dames in de raadzaal, terwijl
Onder-officieren en manschappen van het Eskadron
in de hal van het stadhuis werden onthaald. Te
16.45 arriveerde het Eskadron voor den ingang van
de Isabella-kazerne waar het werd opgewacht door
den Commandant LuitenantKolonel H.F.M. Baron van
Voorst tot Voorst en alle Officieren van het
Regiment Wielrijders. Een niet minder hartelijke
ontvangst viel hier het Eskadron ten deel,
waaruit bleek dat de saamhorigheid, kameraadschap
en samenwerking fundamenteel waren gelegd en de
schoonste verwachtingen voor de toekomst
inhielden.
Het slot van deze eerste - en indrukwekkende dag
was een feestmaaltijd voor de Korporaals en
manschappen. De Onder-Officieren waren de gasten
aan de tafel van hunne collega's van het Regiment
Wielrijders, terwijl de Officieren des avonds
zich met de Burger- en Militaire autoriteiten
vereenigden aan een maaltijd in Lohengrin'.
(Overgenomen uit de herdenkingsalbum van het
le Eskadron Pantserwagens.)
|
Het (1e) Eskadron
Pantserwagens (en in 1938 ook het 2e Eskadron) werd
ingedeeld bij de Lichte Brigade - later de Lichte Divisie
- een mobiel, snel verplaatsbaar onderdeel van het
Veldleger, dat zowel verdedigend als aanvullend kon
optreden. Als garnizoen werd 's Hertogenbosch aangewezen
- de Isabellakazerne - omdat van daaruit de Peellinie te
kunnen beveiligen en omdat hier het Regiment Wielrijders,
dat ook tot de Lichte Brigade behoorde, was gelegerd.
2e
Eskadron Pantserwagens
Al snel werden er plannen gemaakt
voor een 2e
Eskadron Pantserwagens en in
1937 liet de defensiebegroting het toe 12 pantserwagens
Landsverk L180 en 2 pantserwagens L180 als commandowagen
voor het bestaande en het nieuwe eskadron te bestellen.
Op 1 juni 1938 werd het 2e Eskadron Pantserwagens
opgericht.
Voor de legering van het 2e Eskadron Pantserwagens werd
aan de rand van Amersfoort bij de Vlasakkers een nieuwe
kazerne gebouwd: de Bernhardkazerne. Op 1 juni was de
nieuwe kazerne helaas niet klaar en het eskadron werd
daarom tijdelijk in de Infanteriekazerne (later de
Juliana van Stolbergkazerne) ondergebracht. Pas op 22 mei
1939 werd de nieuwe kazerne officieel geopend.
1 juni 1938: Oprichting van het 2e Eskadron
Pantserwagens 'Reeds vroeg was er
bedrijvigheid op de Vlasakkers, alwaar de
plechtigheid zou plaats vinden. Om 9.30 stonden
hier opgesteld onder commando van kolonel v.d.
Mandele, het 1e R.H. met standaard en muziek, de
R.S. en de S.R.O.C. Voorts waren aanwezig vele
militaire autoriteiten en deputaties ter sterkte
van 1 off., 1 onderoff. en 6 man van alle te
Amersfoort garnizoen houdende onderdeelen. Ook
het zustereskadron uit 's Hertogenbosch had een
afgezant gezonden. Waar de dag te voren storm en
regen hoogtij vierden, zoodat wij het ergste
vreesden, gaf op dezen dag de zon ook blijken van
belangstelling. Bijzondere luister werd aan onzen
feestdag toegevoegd, doordat Z.K.H. Prins
Bernhard zich onder de leerlingen van de R.S.
bevond.
Beroeps
en vrijwillig personeel van het 2e Eskadron
Pantserwagens na de oprichtingsplechtigheid.
Om 9.30
weerklinken signalen en verschijnt, vergezeld
door zijn adjudant, de 1. d. C., C. Lt. B. te
paard op de heide, alwaar C. 1 R.H. zich meldt.
Na eene inspectie van de opgestelde troepen,
begeeft de 1. d. C. zich voor het front; wederom
signaal en ditmaal voor den C. IV Div. tevens
Bevelhebber in de 4de mil. afd. Nu is het groote
oogenblik aangebroken. Vanuit het bedekte terrein
marcheert 2 E Paw. in colonne met eenen op; 8
paw., een paar motorordonnansen, 2 munitiewagens
en 2 vrachtauto's, wel een klein gedeelte maar
toch is het voldoende om bij alle aanwezigen een
diepen indruk achter te laten, wanneer de zware
wagens statig voor het front der troepen langs
rijden'.
(Overgenomen uit De Motorpost (1938)
"Nabij
de in aanbouw zijnde kazerne voor het 2e Eskadron
Pantserwagens stonden de nieuwe pantserwagens
onder commando van de ritmeester J.L. Bruinier
opgesteld. Om 9.45 uur stelde het op te richten
2e Eskadron op bevel van zijn commandant zich in
beweging, defileerde voor de aanwezige troepen en
autoriteiten en stelde zich vervolgens in linie
met het front naar de opgestelde troepen op. De
kolonel Van Voorst tot Voorst sprak hierop het
Eskadron toe en vervulde op deze wijze de
plechtigheid van de oprichting van het 2e
Eskadron Pantserwagens, dat met deze toespraak
aan de Koninklijke Landmacht toegevoegd werd.
Zijne Hoog Edelgestrenge sprak ongeveer de
volgende woorden:
'Elk volk, dat wil bestaan, moet zich vernieuwen
en verjongen en zich toerusten met steeds
nieuwere middelen om de strijd om het bestaan te
kunnen blijven voeren; dit geldt evenzeer voor
het leger en in dit licht moet dan ook de
modernisering van het Wapen der Cavalerie gezien
worden. Na enige jaren van inzinking is het
Nederlandsche volk zich bewust geworden van de
noodzakelijkheid om alle krachten in te spannen,
ter handhaving van onze nationale
zelfstandigheid. Ik wens commandant, officieren,
onderofficieren en manschappen van het Eskadron
geluk met deze dag. Hetzelfde pantser dat U dekt,
moet het Nederlandsche volk dekken. Gij zijt het
schild van onze natie.
De kolonel besloot met een driewerf hoera uit te
brengen op H. M. de Koningin'.
(Overgenomen uit Mededelingen Vereniging
Officieren Cavalerie, 3e jaargang, nr. 5, juli
1938)
|
Net als bij het 1e
Eskadron was ook het 2e Eskadron bij oprichting niet
compleet. Het beschikte slechts over 8 pantserwagens,
enige motoren (Harley Davidsons, omdat de voor het 2e
eskadron bedoelde BMW-motoren nog niet beschikbaar
waren), 2 munitie-auto's en 2 vrachtauto's. Met de
opleiding van dienstplichtigen moest nog begonnen worden,
maar er was wel direct een ervaren kader met de nodige
kennis opgedaan bij het 1e eskadron.
Officieren
2e Eskadron Pantserwagens
|
naam
|
rang
|
afkomstig
van
|
bij esk.
sinds
|
overgeplaatst
naar
|
d.d.
|
J. L.
Bruinier |
ritmeester |
2 H. -
R.H. |
1.6.1938 |
- |
- |
L. C.
Cnopius |
1e
luitenant |
1 E. Paw |
1-6-1938 |
1 H. -
R.H. |
21.12.1938 |
G.
Fabius |
1e
luitenant |
1 R.H. |
2-1-1939 |
K.M.A. |
- |
H.
Meijer |
2e
luitenant |
1 H. -
R.H. |
1-6-1938 |
- |
- |
Jhr.
W.F. Clifford Kocq van Breugel |
res. 2e
luitenant |
- |
1-12-1939 |
- |
- |
A.A.
Moolenburgh |
res. 2e
luitenant |
3 R.H. |
? |
- |
- |
|
Ritmeester
J.L. Bruinier,
commandant 2e Eskadron Pantserwagens,
1938-1940
|
1e
Luitenant L. C. Cnopius,
ervaren pantserofficier 1936-1938,
mei t/m december 1938 bij het 2e Eskadron
Pantserwagens
|
Bij de algemene mobilisatie van eind augustus 1939 was
het eskadron nog niet op organieke personele sterkte. In
november 1939 verplaatsten het 1e en het 2e peloton zich
naar Barneveld (Rehobothschool en eierhal) en werden het
3e en het 4e peloton in Apeldoorn gestationeerd. In de
tweede helft van april 1940 nam men deel aan een
meerdaagse oefening in de Wonsstelling (Friesland).
Daarna begaven het 1e en het 2e peloton zich naar
Schiphol om de verdediging van dit vliegveld te
versterken. Eind april werden zij afgelost door het 1e
Eskadron en gingen zij naar Apeldoorn. Begin mei 1940
bevond het hele 2e Eskadron pantserwagens zich dus in
Apeldoorn, waar weer een eierhal werd gevonden voor de
legering en de stalling.
Depot
Eskadron Pantserwagens
Het depot Cavalerie werd in
Amersfoort gemobiliseerd, waarna begin september volgens
plan dislocatie en concentratie - verplaatsing naar
oorlogslocatie - plaatsvond. Voor het Depot Cavalerie was
deze oorlogslocatie Den Haag: binnen de het langst te
verdedigen Vesting Holland. De mannen werden gelegerd in
de (Nieuwe) Alexanderkazerne in Den Haag en in gevorderde
schoolgebouwen in de omgeving.
Met de twaalf pantserwagens M39 zouden vier pelotons
pantserwagens worden uitgerust. Per (oorlogs)regiment
huzaren was een peloton pantserwagens ingedeeld. Er waren
plannen om voor de opleiding van de dienstplichtige
huzaren voor deze pelotons een derde eskadron in de
vredesorganisatie op te richten. Als gevolg van de
algemene mobilisatie en dus de overgang naar de
oorlogsorganisatie is daarvan niets meer gekomen.
Na de algemene mobilisatie van eind augustus 1939 werd
het Depot Cavalerie met de vorming van deze pelotons
pantserwagens belast. De opleiding vond plaats bij het
Eskadron Pantserwagens van de 5e Afdeling van het Depot
Cavalerie - kortweg ook als Depoteskadron Pantserwagens
aangeduid.
In mei 1940 had men acht M39 pantserwagens ter
beschikking, waarvan er twee nog niet gevechtsklaar waren.
De andere vier M39's waren vermoedelijk voor modificatie
en reparatie naar Eindhoven teruggezonden.
>> Inzet meidagen 1940 (2)
(*)
De hier aanwezige informatie over het 2e Eskadron
Pantserwagens is een samenvatting van het boek 'Eskadron
Pantserwagens 1936-1940', samengesteld door Drs. J. A.
Bom, 1986. Uitgegeven ter gelegenheid van de 50-jarige
herdenking van de oprichting 1 E. Paw., 1 april 1936 - 1
april 1986.
|